Koken kost geld
In de voorbije artikels hebben we met Jensie Roelant van REALED, Pieter-Jan Degroote van Heatify, Tom Prinzie van Van Marcke Engineering en Bernard Delmulle van KUB uitgebreid de mogelijkheden aan alternatieven voor gas en mazout besproken. Nieuwe energiebronnen en –systemen staan ter beschikking en vinden nu versneld hun weg naar projectbouwers, zoals KUB. Eigenaars en investeerders van KUB-woonunits hechten terecht veel belang aan de keuzes die de ontwikkelaars (moeten) maken. Maar nieuwe energie en technieken kost geld en daarom kan de vraag gesteld worden of al die investeringen op de nek van die eigenaars/investeerders komen?
Bezint voor je begint
Het is de taak van de bouwpromotor om naar het bord te kijken. Om betaalbare woningen of appartementen neer te zetten en met alternatieve energiebronnen te werken. Daarvoor kunnen best tijdig de juiste keuzes gemaakt worden. Vroeger werden de technieken bekeken eens de architect al klaar was. Nu dient er onderzoek te gebeuren nog voor de ontwikkelaar de grond aankoopt. Zijn er warmtebronnen, zoals een warmtenet, in de omgeving aanwezig? Wensen de bewoners koeling in de zomer (via geothermie)? Is er veel warm sanitair water nodig? Is er veel ruimte in het gebouw voor installaties? Allemaal aspecten die belangrijk zijn, en die een impact hebben op de prijs van de grond en van het vastgoed.
De onroerende voorheffing reikt een helpende hand
De omschakeling van gas naar hernieuwbare bronnen brengt een meerkost met zich mee, dat staat vast. Maar eigenlijk moet dat als een investering gezien worden. Bovendien levert de overheid ook inspanningen. Heel concreet de korting op de onroerende voorheffing, door een betere EPB-score. Deze zal nog voor een paar jaar mogelijk zijn voor vergunningsaanvragen. Die onroerende voorheffing kan echt het verschil maken. Ten opzichte van de investering betekent dat, dat men gedurende 5 jaar voor 100% aan onroerende voorheffing kan uitsparen.
En de winnaar is …
Geothermie (de zogenaamde water/water warmtepomp) komt aan de huidige prijzenindex als winnaar uit de bus. Enerzijds door de hoge efficiëntie en anderzijds door het voordeel van de inbegrepen passieve koeling die een belangrijke meerwaarde biedt. Men krijgt enerzijds een besparing op de EPB maar anderzijds bespaart men ook door geen apparte airco-installatie te moeten betalen. Dit laatste luchtkoelsysteem (actieve koeling) is vrij energie-intensief (lees: duur) om een woning mee te koelen. Voor passieve koeling uit de water/water warmtempomp is een bijna verwaarloosbare hoeveelheid energie nodig.
Passieve koeling ontstaat door de koelere temperatuur die water in boorleidingen uit de aardbodem opneemt, via de CV-installatie door de vloerverwarming te sturen. Met alleen de kost van de watercirculatie kan men woonruimtes tot 3 à 4 graden ‘passief’ koelen.
Wie slim is …
Gas is duur en doet zichzelf dus de das om. Bij elektriciteit is het een beetje dubbel. Mensen kunnen enerzijds ontgoocheld zijn over de hoge factuur bij een warmtepomp, maar anderzijds kan men zonnepanelen inschakelen en/of proberen slim met het verbruik om te gaan.
De boosdoener van de hoge factuur is vaak de elektrische (nood)weerstand, die dient om op piekmomenten een extra duw aan de verwarming en aan warm water te geven. Maar die boosts kosten veel en het systeem kent nog andere (dure) nadelen, zoals:
• De warmtepomp kan beslissen om via de weerstand een boost te geven, omdat de temperatuur even 3 graden onder het instelpunt ging. Maar misschien is op dat moment het huis leeg en heeft dat geen zin.
• Om 9 uur ‘s morgens staat het warmwatervat koud omdat iedereen een douche nam en beslist de warmtepomp om een vol vat op te warmen en warm te houden tot de volgende ochtend, terwijl dat water 24u bijna niet gebruikt zal worden.
Op die manier gaat men met de dure weerstand verwarmen in plaats van met de warmtepomp. De slimme oplossing voor dergelijke explosie van kosten is thermostaatmanagement met een bijvoorbeeld een Smart Living Systeem. De volgende acties kunnen daar deel van uitmaken:
• De weerstand afleggen, tenzij voor echte noodsituaties.
• Dynamische nettarieven inschakelen, waarbij de prijs van elektriciteit per uur schommelt. Dit is ingegeven door hernieuwbare energie: is er veel zon of veel wind? Meer aanbod dan vraag doet de prijs zakken.
• Een planning en prognose maken van de behoeftes van de bewoners ogv warmte en sanitair warm water in combinatie met de daluren qua prijzen.
• Het onderhoud van de warmtepomp onder controle houden en zorgen voor een langere levensduur. Het aantal draai-uren is van belang, maar het aantal start-stops heeft een nog veel grotere impact op de levensduur en op de energiefactuur.
Het bos door de bomen
Om de weg te vinden in de complexiteit en om ervoor te zorgen dat de bewoner kan genieten van een energiefactuur die betaalbaar is, kan een zogenaamd ESCo-bedrijf (Energy Service Company) ingeschakeld worden. Zij doen het volledige energiebeheer van een gebouw, gaande van de studie vooraf, het maken van keuzes, het investeren in energiebesparende maatregelen, het energiemanagement, het onderhoud, … En niet onbelangrijk: een ESCo wordt vergoed naarmate de doelstellingen gehaald worden, dus daar zit heel wat uitdaging, ten voordele van het comfort van de bewoner/investeerder en voor een hogere duurzaamheid van het project.
Besluit
KUB behandelt niet alleen de aangehaalde thema’s in een blog. Als projectontwikkelaar, die bezorgd is om de duurzaamheid, de betaalbaarheid, het comfort en de toekomst van bewoners en investeerders, passen we veel zaken heel concreet toe in projecten, zoals Albert & Jerome, Marguerite en Daniël & Zozima.